Ik ga mijn vaardigheden in kaart brengen. Ik doe dit in verschillende stappen.
Stap 1: de vaardigheden die niet op mij van toepassing zijn, schrap ik. Ik kan uitleggen waarom.
Stap 2: van de overgebleven vaardigheden duid ik in de eerste kolom aan hoe bekwaam ik erin ben: 'Zeer goed' (ZG), 'Goed' (G), 'Matig' (M) en 'Niet goed' (NG).
Stap 3: vervolgens duid ik aan hoe graag ik deze vaardigheden doe: 'Zeer graag' (ZG), 'Graag' (G), 'Minder graag' (M), 'Niet graag' (NG).
Einde
Je bent aangekomen bij het einde, bedankt voor het invullen van de vragenlijst.